Veel katten zijn vrij regelmatig alleen thuis, omdat hun eigenaar werkt of naar school gaat. Vaak kiezen mensen er dan voor om een tweede kat te nemen, zodat hun kat niet eenzaam is. Maar zijn katten wel eenzaam?

Hun voorouders leefden alleen
Katten stammen af van de wilde kat, die voorkomt in Noord-Afrika. Wilde katten leven en jagen volledig alleen, en hebben een sterk afgebakend territorium. Katten zijn gedomesticeerd, oftewel aangepast aan het leven samen met mensen. Tijdens dit proces zijn ze sociaal flexibeler geworden dan hun wilde voorouder. Verwilderde huiskatten zijn in staat om onder bepaalde omstandigheden in groepen te leven, waarbij vooral belangrijk is dat er ruim voldoende voedsel is op verschillende plekken in het leefgebied. De katten in deze groepen jagen niet samen, zoals bijvoorbeeld wolven of leeuwen dat wel doen.
Katten zijn minder goed in relaties
Katten zijn dus geen echte groepsdieren, zoals bijvoorbeeld honden of konijnen, waarvan de wilde voorouders al in complexe sociale groepen leven. Katten gaan daarom niet zo makkelijk relaties aan, en hebben minder complexe sociale communicatiemethoden. Dit heeft als gevolg dat ze minder goed in staat zijn om ruzies te voorkomen of bij te leggen. Relaties kunnen daardoor ook sneller beschadigen.
Veel katten die samenleven met elkaar zijn niet echt vrienden, maar tolereren elkaar tot op zekere hoogte.
Natuurlijk zijn er allerlei voorbeelden waarin katten heel sociaal samenleven. Als katten echt een goede relatie hebben dan slapen ze samen, geven ze elkaar kopjes en likken ze elkaar. Vaak zijn dit katten die al van jongs af aan met elkaar zijn opgegroeid en toen een band hebben opgebouwd.
Veel katten die samenleven met elkaar zijn niet echt vrienden, maar tolereren elkaar tot op zekere hoogte in hun territorium. Als ze elkaar (per ongeluk) tegenkomen in een smalle gang of bij een deur dan blazen ze even naar elkaar, en negeren elkaar dan vervolgens weer. Dit lijkt een redelijk relaxte situatie, maar kan voor de katten toch wel wat stress opleveren. Ze moeten namelijk continu hun territorium delen terwijl dit vrij onnatuurlijk is, en daarbij steeds opletten waar de andere kat is. Soms kan dit leiden tot bijvoorbeeld katten die in huis plassen of sproeien.
Een vriendje of niet?
Leeft je kat nu alleen, dan heeft hij dus geen vriendje of vriendinnetje nodig. Vaak levert dit meer stress dan plezier op, zeker als de kat al volwassen is en niet gewend is om samen te leven met een andere kat. Heb je al meerdere katten? Zorg dan dat er voldoende kattenbakken, voer- en waterbakken, bedjes en klimplekken zijn. Zo is de kans het kleinst dat er een ruzie ontstaat, die blijvende invloed op hun relatie kan hebben.
Overigens, ook als je kat buiten zijn tuin en omgeving met veel andere katten moet delen kan dit stress opleveren. De BBC heeft een heel leuk onderzoek gedaan naar hoe katten in een wijk samen leven. Ze blijken elkaar soms zelfs heel kunstig te ontlopen door tuinen te ‘time sharen’. Lees meer: https://www.bbc.com/news/science-environment-22821639
Bronnen
- Bateson, P. (2000). Chapter 2: Behavioural development in the cat. In D. C. Turner & P. Bateson (Eds.), The domestic cat: the biology of its behaviour (2nd ed., pp. 9-22). Cambridge: Cambridge University Press.
- Bradshaw, J. W. S. (2016). Sociality in cats: A comparative review. Journal of Veterinary Behavior, 11, 113-124.
- Fitzgerald, B. M., & Karl, B. J. (1986). Home range of feral house cats (Felis catus L.) in forest of the Orongorongo Valley, Wellington, New Zealand. New Zealand Journal of Ecology, 9, 71-82.
- Izawa, M., Doi, T., & Ono, Y. (1982). Grouping patterns of feral cats (Felis catus) living on a small island in Japan. Japanese Journal of Ecology, 32(3), 373-382.
- Ley, J. M. (2015). Chapter 4: Normal Social Behavior. In I. Rodan & S. Heath (Eds.), Feline behavioral health and welfare (pp. 34-40). Saint Louis: Elsevier.
- Rochlitz, I. (2009). Chapter 4: Basic requirements for good behavioural health and welfare in cats. In D. Horwitz & D. Mills (Eds.), BSAVA manual of canine and feline behavioural medicine (2nd ed.). Gloucester: British Small Animal Veterinary Association.
